Veiligheid

De algemene veiligheid voor zowel de vliegende leden als voor het aanwezige publiek geniet zowel op het veld als in de nabije omgeving de hoogste prioriteit. 

Het Huishoudelijk Reglement van de club is hierover duidelijk en bepaald in artikelen 22, 23 en 24 de verschillende veiligheidsregels die bij het vliegen in acht moeten genomen worden, alsook de gedragscode die ten alle tijde en door iedereen op het veld moet gerespecteerd worden. 

In het kader van de ARBO arbeidsomstandighedenwet zijn wij als vereniging ook verplicht om in verband met de veiligheid een RI&E op te stellen en de richtlijnen ter zake op te volgen en regelmatig te toetsen aan de situatie binnen onze organisatie. 

Het terrein zelf is omheind met een metershoge afrastering en aan de voorkant is een drie meter hoog bij vijftig meter breed veiligheidshek aangebracht dat zowel de passanten als de toevallige toeschouwers, de niet-vliegende leden en hun aanwezige familie of vrienden optimale bescherming biedt. 

Ook voor de piloten en hun begeleider is er voor optimale bescherming gezorgd.Kort achter het hek is de brede standplaats, welke uitsluitend is bestemd voor de piloten met hun toestellen, afgebakend door een rij houten rasterpalen welke tevens bescherming bieden tegen onverwachte of ongecontroleerde manoeuvres van andere vliegtuigen die zich op het veld bevinden. 

Aan de linker- en rechterzijde van het vliegveld is op de hoofden van de bufferzone een pilotenvak voorzien welke is aangeduid door een apart baken. Afhankelijk van de windrichting moeten alle piloten zich gezamenlijk opstellen in het gekozen vak en bij het vliegen hun intenties luidkeels kenbaar maken. 

Bij meer dan drie toestellen wordt er een baancommissaris aangesteld die toeziet op de goede gang van zaken opdat de veiligheid niet in gedrang zou komen. Wie zich niet houdt aan de opgelegde afspraken kan een tijdelijk vliegverbod opgelegd krijgen. 

Zou er zich toch een ernstig ongeval voordoen, waarbij hulp van buitenaf hoogst noodzakelijk is, staat de instructie voor interventie duidelijk aangegeven op het bord geplaatst binnen de omheining. 

Bij vaststelling van ernstige inbreuken tegen de geldende veiligheidsregels zal het bestuur onverwijld optreden en de gepaste maatregelen treffen die in het reglement en in de gedragscode staan gedicteerd.